Foto: Directie Voorlichting, Ministerie van Veiligheid en Justitie/Flickr

Opvattingen over asielzoekers

24 mei 2017 | DEMOS jaargang 33, nummer 5 - mei 2017
De sterk gestegen instroom van asielzoekers in de tweede helft van 2015 lokte onder Nederlanders zeer uiteenlopende reacties uit, van verwelkomende, hartelijke reacties tot felle tegenstand. Deze op een internetvragenlijst gebaseerde studie laat zien dat negatieve reacties het sterkst zijn bij ouderen en laagopgeleiden.

EMMA ONRAET & ALAIN VAN HIEL

Tijdens de tweede helft van 2015 werd Europa, en ook Nederland, geconfronteerd met een sterk stijgend aantal asielzoekers, voornamelijk uit Syrië, Eritrea, Irak en Afghanistan. In 2015 telde het Centraal Bureau voor de Statistiek in Nederland 45.035 asielaanvragen en 13.845 zogenoemde ‘nareizigers’ (asielaanvragen met betrekking tot familiehereniging). Dit betekende bijna een verdubbeling van het totale aantal asielzoekers in vergelijking met 2014. De reacties van de Nederlandse bevolking naar aanleiding van deze verhoogde instroom van asielzoekers zijn heel uiteenlopend. Een deel van de bevolking vindt het een morele verplichting om asielzoekers op te vangen, en stelt alles in het werk om hen zich welkom te laten voelen. Anderen zijn tegen de komst van asielzoekers, wat zich bijvoorbeeld uitte in fel protest bij de oprichting van asielzoekerscentra. Uit een onderzoek van de NOS bleek dat tegenstanders van mening zijn dat de meeste asielzoekers geen echte vluchtelingen zijn, op de vlucht voor oorlog en geweld, maar economische migranten op zoek naar geluk. Ook speelt de angst dat asielzoekers de eigen uitkering en de kans op een huurwoning ondergraven, omdat asielzoekers voorrang zouden kunnen krijgen.

Wat vinden Nederlanders eigenlijk van de nieuwe asielzoekers en zijn er verschillen in deze opvattingen bij verschillende maatschappelijke groepen? In onze studie onderzoeken we reacties op de komst van asielzoekers. We namen in november 2015, tijdens de vluchtelingencrisis, een online-vragenlijst af bij een steekproef van 993 autochtone Nederlanders (zowel zelf als beide ouders geboren in Nederland).

Toekennen verblijfsvergunningen

Asielzoekers kunnen na het doorlopen van de asielprocedure een verblijfsvergunning krijgen. Over het toekennen van verblijfsvergunningen is er flink wat discussie onder de Nederlandse bevolking en in de Nederlandse media. We vroegen aan de respondenten hoeveel asielzoekers er volgens hen een verblijfsvergunning zouden mogen krijgen en we vergeleken dit met wat zij denken dat de overheid daadwerkelijk zou doen. Uit de resultaten blijkt dat 37 procent van de respondenten aangaf dat Nederland evenveel asielzoekers toelaat als dat ze zelf zouden willen, wat wijst op een tevredenheid met het gevoerde beleid. De meeste respondenten (56%) denken echter dat Nederland een hoger aantal verblijfsvergunningen toekent dan dat ze zelf zouden willen en dus ruimhartiger is dan zij zelf zouden zijn. Een kleine minderheid (7%) zou liever meer asielzoekers toelaten dan Nederland momenteel volgens hen toelaat.

Oorlogsvluchtelingen of economische migranten?

Vervolgens onderzochten we de mate waarin mensen denken dat de huidige instroom van asielzoekers voornamelijk bestaat uit mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld (oorlogsvluchtelingen) of uit mensen die in hun thuisland niet te maken hebben met oorlog en geweld, maar hier een betere economische toekomst willen opbouwen (economische migranten). Uit de resultaten bleek dat 46 procent van de respondenten denkt dat de huidige golf asielzoekers bestaat uit meer oorlogsvluchtelingen dan economische migranten. Twintig procent denkt dat de verhouding oorlogsvluchtelingen – economische migranten ongeveer gelijk verdeeld is. Ongeveer een derde schat in dat het aandeel economische migranten groter is dan het aandeel oorlogsvluchtelingen. De feitelijke verdeling is overigens onbekend.

Hulpgedrag

Naar aanleiding van de recente instroom van asielzoekers kwamen sommige mensen in actie om asielzoekers te helpen. De manier waarop men hulp bood was heel divers: van het doen van een financiële gift, het inzamelen van eten en kleding, vrijwilligerswerk voor een vluchtelingenorganisatie, tot een minderjarige asielzoeker begeleiden of in huis nemen. Maar hoe wijdverspreid is dit hulpgedrag? Uit ons onderzoek bleek dat 10 procent van de respondenten op het moment van het onderzoek iets gedaan had om asielzoekers te helpen. Ongeveer een kwart gaf aan nog niets te hebben gedaan, maar dit wel graag zou willen doen in de toekomst. De overige 66 procent had geen plannen om asielzoekers te helpen. Bij het verder peilen van het soort hulp, bleek 24 procent bereid te zijn om voedsel of kleding te doneren, 15 procent om geld te geven aan hulporganisaties, 14 procent om een petitie te tekenen, 11 procent om vrijwilliger te zijn voor een hulporganisatie, 9 procent om een minderjarige asielzoeker te begeleiden, 4 procent om geld in te zamelen, 2 procent om deel te nemen aan een demonstratie en 1 procent om een asielzoeker in huis te nemen. Samengevat bleek ongeveer een op de drie respondenten bereid te zijn om asielzoekers te helpen of hadden ze dit al gedaan. De meer veeleisende vormen van hulp zijn hierbij het minst populair.

Opvattingen over beleidsmaatregelen

Ten slotte vroegen we naar meningen over enkele beleidsmaatregelen die betrekking hebben op asielzoekers en die vaak bron van discussie zijn in debatten rond dit thema. Respondenten moesten hun mening over drie beleidsmaatregelen aanduiden aan de hand van een 7-puntschaal (1 = Nederland moet dit zeker niet volgen; 7 = Nederland moet dit zeker wel volgen). Uit de resultaten bleek dat het grootste deel van de respondenten er voorstander van was om de buitengrenzen van Europa te sluiten (gemiddelde score = 4.6) en om asielzoekers te verplichten asiel aan te vragen in het eerste EU-land waar ze aankomen, wat de vrije keuze van asielzoekers beperkt (gemiddelde score = 4.9). Bij het voorstel om alleen families op te vangen en alleenstaande mannen direct naar het land van herkomst terug te sturen, zien we iets neutralere reacties dan bij de twee andere beleidsvoorstellen (gemiddelde score = 3.6).

Verschillende reacties

Staan bepaalde groepen Nederlanders positiever of negatiever tegenover asielzoekers dan andere groepen? Om dit te onderzoeken keken we naar verschillen op basis van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, woonplaats (wonende in één van de 50 grote steden of niet) en inkomensniveau. We vonden alleen belangrijke verschillen met betrekking tot opleidingsniveau en leeftijd. Hoogopgeleiden staan gemiddeld genomen positiever ten opzichte van de komst van asielzoekers. In vergelijking met mensen met een lagere opleiding, zijn ze meer geneigd om asielzoekers als oorlogsvluchtelingen te zien, terwijl laagopgeleiden asielzoekers eerder zien als economisch migranten (figuur 1).
Hoogopgeleiden zijn ook meer geneigd om meer asielzoekers te willen ontvangen, terwijl mensen met een lagere opleiding eerder vinden dat Nederland meer asielzoekers toelaat dan ze zelf zouden willen (figuur 2).

Figuur 1. Eigen inschatting over verdeling economische migranten en oorlogsvluchtelingen naar opleidingsniveau (%)
Figuur 1. Eigen inschatting over verdeling economische migranten en oorlogsvluchtelingen naar opleidingsniveau (%)Bron: Etnische diversiteit in Nederland 2015.

 

Figuur 2. Eigen inschatting over verhouding toegelaten asielzoekers door Nederland en eigen keuze naar opleidingsniveau (%)
Figuur 2. Eigen inschatting over verhouding toegelaten asielzoekers door Nederland en eigen keuze naar opleidingsniveau (%)Bron: Etnische diversiteit in Nederland 2015.

 

Bovendien zijn hoogopgeleiden in vergelijking met mensen met een lager opleidingsniveau ook meer geneigd om asielzoekers te helpen (figuur 3). Hoogopgeleiden zijn het ook minder eens met strenge beleidsmaatregelen, zoals het sluiten van de buitengrenzen van Europa, asielzoekers verplichten om in het eerste EU land waar ze aankomen asiel aan te vragen en enkel families op te vangen en alleenstaande mannen terug te sturen naar hun land van herkomst (figuur 4). Ook vonden we verschillen op basis van leeftijd. Oudere mensen bleken, in vergelijking met jongeren, meer voorstander te zijn van strenge beleidsmaatregelen tegen asielzoekers (figuur 5).

Figuur 3. Reacties van Nederlanders op de vraag “Heb je al iets gedaan om asielzoekers te helpen?” naar opleidingsniveau (%)
Figuur 3. Reacties van Nederlanders op de vraag Heb je al iets gedaan om asielzoekers te helpen? naar opleidingsniveau (%)Bron: Etnische diversiteit in Nederland 2015.

 

Figuur 4. Opvattingen van Nederlanders over beleidsmaatregelen naar opleidingsniveau (1 = Nederland moet dit zeker niet volgen; 7 = Nederland moet dit zeker wel volgen)
Figuur 4. Opvattingen van Nederlanders over beleidsmaatregelen naar opleidingsniveau (1 = Nederland moet dit zeker niet volgen; 7 = Nederland moet dit zeker wel volgen)Bron: Etnische diversiteit in Nederland 2015.

 

Figuur 5. Opvattingen van Nederlanders over beleidsmaatregelen naar leeftijd (1 = Nederland moet dit zeker niet volgen; 7 = Nederland moet dit zeker wel volgen)
Figuur 5. Opvattingen van Nederlanders over beleidsmaatregelen naar leeftijd (1 = Nederland moet dit zeker niet volgen; 7 = Nederland moet dit zeker wel volgen)Bron: Etnische diversiteit in Nederland 2015.

 

Tot slot

Uit ons onderzoek kunnen we concluderen dat reacties tegenover asielzoekers sterk verdeeld zijn onder Nederlanders, vooral wat betreft het toelaten van asielzoekers en de inschatting van de aanwezigheid van oorlogsvluchtelingen en economische migranten. Wat betreft strenge beleidsmaatregelen merken we meer ondersteuning voor het sluiten van de buitengrenzen van Europa en een beperking van de vrije keuze van asielzoekers dan voor het voorstel om alleen families en geen alleenstaande mannen op te vangen. Ten slotte merken we dat uitgesproken positieve reacties, zoals het geven van hulp, slechts bij een minderheid van de respondenten voorkomt. Uit een ander onderzoek bij 7 Europese landen uitgevoerd in oktober 2015 (Fourquet, 2015) blijkt dat Nederland, in vergelijking met andere EU landen, relatief negatief staat tegenover de komst van asielzoekers. Gevoelens van bedreiging liggen voor een groot deel aan de basis van negatieve reacties met betrekking tot asielzoekers. Asielzoekers worden bijvoorbeeld vaak gezien als een bron van criminaliteit, een bedreiging voor de traditionele normen en waarden, en een bedreiging voor banen en uitkeringen. Asielzoekers met een islamitische achtergrond, waarmee Europa de laatste tijd vaak wordt geconfronteerd, worden dan weer gezien als mogelijke terroristen.

Een tweede belangrijke bevinding van onze studie was dat oudere en laagopgeleide personen de sterkste negatieve en ontevreden reacties met betrekking tot asielzoekers vertonen. Deze bevinding bevestigt de resultaten van eerder onderzoek dat aantoonde dat oudere en laagopgeleide mensen neigen om meer negatieve attitudes te hebben ten opzichte van immigranten. Het effect van leeftijd kan verklaard worden door het feit dat jongere personen opgegroeid zijn in een multiculturele samenleving en vaker contact hebben met personen van een andere afkomst. Uit de literatuur is gebleken dat jongeren ook meer geloven in de meerwaarde van diversiteit in de samenleving dan ouderen. Studies tonen aan dat ouderen conservatiever zijn dan jongeren, wat hun meer negatieve standpunten over migratie kan verklaren. Ook is gebleken dat het effect van opleiding dan weer kan worden verklaard doordat hoger onderwijsinstellingen vaak linkse, progressieve omgevingen zijn waar waarden als tolerantie en openheid centraal staan.

Emma Onraet, Universiteit Gent, e-mail: Emma.Onraet@UGent.be
Alain Van Hiel, Universiteit Gent, e-mail: Alain.Vanhiel@UGent.be

 

Literatuur

Alwin, D.F., R.L. Cohen en T.M. Newcomb (1991),
Political attitudes over the life span. Madison: The University of Wisconsin Press.
Cornelis, I., A. van Hiel, A. Roets en M. Kossowska (2009),
Age differences in conservatism: Evidence on the mediating effects of personality and cognitive style. Journal of Personality, 77 (1), pp. 51-88.
Fourquet, J. (2015),
European reactions to the migrant crisis. Foundation Jean Jaures en Foundation for European Progressive Studies.
Haslam, N. en E. Holland (2012),
Attitudes towards asylum seekers: The Australian experience. In D. Bretherton en N. Balvin (red.), Peace psychology in Australia. New York: Springer, pp. 107-120.
NOS (2016, 19 februari),
Tienduizenden reacties op NOS-vragenlijst asielzoekers. [http://nos.nl/]
Stolle, D. en A. Harell (2013),
Social capital and ethno-racial diversity: Learning to trust in an immigrant society. Political Studies, 61 (1), pp. 42-66.
KNAW Logo
Cookie consent
This website makes use of third party cookies for traffic analysis. Privacy statement.