De groei van de 65-plus-economie

28 juni 2017 | DEMOS jaargang 33, nummer 6 - juni 2017
Het toenemend aandeel 65-plussers in onze maatschappij resulteert in een groeiende 65-plus-economie. Dit wordt nog eens versterkt door de komst van een nieuwe generatie ouderen, die geniet en zelfontwikkeling voorop stelt. Zij zijn bereid om, na hun pensioen, vaker dan oudere generaties hun vermogen aan te spreken.

Daarnaast wonen ouderen steeds langer zelfstandig thuis. Dit verhoogt de vraag naar diensten en producten die hen zelfredzaam houdt. Vergrijzing is daarom niet alleen een bedreiging, maar biedt ook kansen aan organisaties die op de behoeften van ouderen inspelen. Dit stelt het ING Economisch Bureau in het rapport ‘Vergrijzing als kans’.

MAX ERICH

Volgens de bevolkingsprognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verdubbelt het aantal 65-plussers tussen 2000 en 2030. Ruim 2 miljoen extra 65-plussers stuwen het aandeel van deze groep in de totale bevolking op tot 23,8 procent in 2030. Niet alleen komen er meer 65-plussers, zij zullen gemiddeld ook langer zelfstandig thuis wonen. Die combinatie zorgt er voor dat in 2030 ruim een derde van het totaal aantal huishoudens een 65-plus-huishouden is.

Bedreiging en kans

Hoewel de vergrijzing vaak wordt gezien als een bedreiging voor economische groei (minder werkenden en meer gepensioneerden), biedt deze ontwikkeling ook kansen, want oudere huishoudens zijn (gemiddeld) relatief vermogend. Van het totale vermogen van particuliere huishoudens is 80 procent in handen van 50-plus-huishoudens. Bijna de helft daarvan ligt nu bij de groep 50- tot 60-jarigen, de 65-plussers van morgen. Dit is bovendien een groep die gemiddeld over hogere aanvullende pensioenen beschikt, dankzij onder meer de opkomst van het aantal tweeverdieners.

Spaargeld wordt aangesproken

Wat doen ouderen met hun geld met het klimmen der jaren? De ’nieuwe ouderen’ lijken meer bereid om hun geld uit te geven. Uit ons onderzoek (zie kader) blijkt onder meer dat toekomstige 65-plussers, na het bereiken van de pensioenleeftijd, vaker dan voor hun pensioen tijd en geld willen besteden aan korte uitstapjes en lange vakanties. Ook werd deze groep (vijftigers en jonge zestigers) gevraagd in welke mate zij hun spaargeld denken aan te spreken. Een meerderheid (54%) van de vijftigers denkt al het spaargeld of een groot deel daarvan na pensionering op te zullen maken. Een groot contrast met zeventigers, waarvan slechts een kwart veel of alles denkt op te maken. Naast genieten en zelfontplooiing is overigens de kans aanwezig dat nieuwe ouderen een groter deel van hun spaargeld zullen (moeten) aanspreken om thuis zelfredzaam te blijven.

Antwoord van ouderen op de vraag “Na het bereiken van de pensioenleeftijd zal ik van mijn spaargeld opmaken …”

 

Uiteindelijk resulteert dit alles in toenemende bestedingen van 65-plus-huishoudens. ING verwacht dat in 2030 zo’n 35 procent van alle bestedingen gedaan wordt door 65-plus-huishoudens.

Max Erich, ING Economisch Bureau, e-mail: Max.Erich@ing.nl

 

Literatuur

ING Economisch Bureau (2016),
Vergrijzing als kans. Amsterdam: ING Economisch Bureau.
KNAW Logo
Cookie consent
This website makes use of third party cookies for traffic analysis. Privacy statement.